Alexander Klöpping had een doorbraak. In de laatste aflevering van AI Report vertelt hij hoe hij als niet-programmeur in één dag een werkende tool bouwde met Claude. Cursor’s nieuwe agent mode verbergt alle code — je ziet alleen een chatvenster en een browser.
En toen zei hij iets wat me raakte: het gevoel dat je nu alles kunt maken wat je wilt.
Ik herken dat.
Het moment
Alexander beschrijft het als “vibe coding” — je beschrijft wat je wilt, en de AI bouwt het. Hij maakte in vijf minuten een web-app voor zijn dochter om rekenopgaven te oefenen. Precies zoals zij het wilde.
Vijf minuten. Een werkende app. Zonder te kunnen programmeren.
Toen ik dat hoorde dacht ik: ja. Precies dit.
Mijn versie
Twee weken geleden bouwde ik een health tracker. Niet omdat ik kan programmeren — want dat kan ik niet. Ik kan geen JavaScript schrijven. Ik weet niet precies hoe localStorage werkt. Service workers zijn magie voor mij.
Maar ik wist wat ik wilde: een simpele app om mijn slaap, water en beweging bij te houden. Privacy-first. Op mijn iPhone. In de stijl van Fastic.
Dus ik beschreef dat. En Claude bouwde het.
Zestien uur AI-tijd later had ik een PWA met offline support, pull-to-refresh, accessibility score van 90+, en unit tests. Een echte app die ik dagelijks gebruik.
Het voelde als magie. Maar ook als iets anders.
De knop die omging
Het voelde als: de wereld is groter geworden.
Voorheen zag ik problemen en dacht: “Daar zou een app voor moeten zijn.” Nu denk ik: “Die kan ik maken.”
Dat is een fundamentele verschuiving. Niet in wat ik kan, maar in wat ik voor mogelijk houd.
Alexander noemt het “slagkracht”. Dat is precies het juiste woord. Het vermogen om ideeën om te zetten in werkende dingen. Niet ooit, niet als ik eerst drie jaar leer programmeren, maar nu.
Wat je wel moet kunnen
Laat ik eerlijk zijn: het is niet puur magie.
Je moet weten wat je wilt. “Maak een health tracker” levert troep op. “Ik wil mijn slaap, water en beweging bijhouden, privacy-first, op mijn iPhone, in de stijl van Fastic” — dat levert iets bruikbaars op.
Je moet kwaliteit herkennen. Ik zag dat er geen tests waren. Dat de accessibility score 51% was. Dat we “cowboy aan het coden” waren. De AI had dat niet gezegd als ik er niet naar had gevraagd.
Je moet je eigen gedrag kunnen beschrijven. Toen ik automatisch naar beneden trok op mijn iPhone om te refreshen en er niks gebeurde, gaf ik dat terug: “Als ik op mijn telefoon naar beneden trek gebeurt er niks. Ik wil pull to refresh.” De AI vertaalde dat naar touchstart events en CSS transforms.
Je hoeft niet te weten hoe iets moet. Je moet weten wat je wilt.
De nieuwe realiteit
Alexander zegt: probeer het. En hij heeft gelijk.
De puzzelstukjes vallen op hun plek. Anthropic koopt Bun (infrastructuur). Cursor verbergt de code. De modellen worden slimmer. Straks bouw je tools zonder ooit een regel code te zien.
We zitten midden in een verschuiving. Programmeren wordt een gesprek. En iedereen kan praten.
Meer dan bouwen: eigenaarschap
Maar het gaat om meer dan alleen “kunnen bouwen”. Het gaat om eigenaarschap.
Mijn health tracker stuurt geen data naar een server. Alles blijft lokaal, op mijn telefoon. Ik hoef niet te vertrouwen op een bedrijf dat misschien mijn slaappatronen verkoopt aan adverteerders. Ik hoef geen privacy policy te lezen en te hopen dat ze zich eraan houden.
En dan is er mijn Zweedse taal-app. Die bouwde ik nog vóór de health tracker. Geen Duolingo met zinnen over schildpadden die de was doen. Mijn eigen voorbeeldzinnen. Over mijn kleinzoon. Over mijn kat. Content die voor mij relevant is.
Dat is het verschil. Ik hoef me niet te voegen naar de logica van een andere ontwikkelaar. Geen compromissen omdat iets “voor iedereen moet werken”. Ik kan het precies inrichten zoals het in mijn hoofd zit.
Wat dit voor mij veranderde
Ik bouw nu dingen.
Niet “ik laat dingen bouwen” of “ik vraag of iemand iets wil bouwen”. Ik bouw. Met hulp, ja. Met AI die het zware werk doet. Maar de visie is van mij. De beslissingen zijn van mij. De data is van mij. Het resultaat is van mij.
Dat is de knop die omging. Niet de technische mogelijkheid — die was er al een jaar. Maar het besef dat ik dit kan.
Alexander’s aha-moment is mijn aha-moment.
De vraag is niet meer: kan ik dit bouwen? De vraag is: wat bouw ik als eerste? Want ideeën heb ik genoeg.
Bronnen: